Onderdeel van het handelsregister
In het wetsvoorstel wordt voorgesteld om het UBO-register onder te brengen bij het handelsregister. Hierdoor wordt aangesloten bij de reeds bestaande inschrijvingsplicht van ondernemingen en rechtspersonen in het handelsregister. Er wordt in dit verband een nieuwe categorie van ondernemingen toegevoegd die zich moeten inschrijven in het handelsregister: een onderneming die niet (meer) in Nederland is gevestigd en die toebehoort aan een in Nederland opgerichte maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of rederij.
Welke entiteiten moeten hun UBO-informatie registreren?
De volgende in Nederland opgerichte entiteiten moeten informatie over hun UBO bij het handelsregister gaan registreren:
o de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of de naamloze vennootschap (met uitzondering van bepaalde beursgenoteerde vennootschappen);
o de Europese naamloze vennootschap;
o het Europees economisch samenwerkingsverband;
o de Europese coöperatieve vennootschap;
o de coöperatie;
o de onderlinge waarborgmaatschappij;
o de vereniging, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid en de vereniging zonder volledige rechtsbevoegdheid die een onderneming drijft;
o de stichting;
o de maatschap;
o de commanditaire vennootschap;
o de vennootschap onder firma; en
o de rederij.
De Minister heeft aangegeven dat er geen uitzondering wordt gemaakt voor algemeen nut beogende instellingen (anbi's). Ook stichtingen administratiekantoor zullen de gegevens over hun UBO moeten aanleveren.
De registratieverplichting is niet van toepassing op:
o eenmanszaken;
o publiekrechtelijke rechtspersonen;
o verenigingen zonder volledige rechtsbevoegdheid die geen onderneming drijven;
o verenigingen van eigenaars;
o enkele typen historische rechtspersonen;
o kerkgenootschappen; en
o bepaalde beursgenoteerde besloten vennootschappen en naamloze vennootschappen.
Buitenlandse rechtspersonen met een hoofd- of nevenvestiging in Nederland hoeven geen UBO-informatie in Nederland te registreren. Indien deze buitenlandse rechtspersonen hun zetel in een andere EU-lidstaat hebben, worden deze rechtspersonen met bijbehorende UBO-informatie in het register van die lidstaat opgenomen.
Het fonds voor gemene rekening wordt in het wetsvoorstel niet genoemd. De Minister heeft in de memorie van toelichting aangegeven dat een fonds voor gemene rekening naar zijn mening kwalificeert als een trust of soortgelijke juridische constructie. Voor de registratie van de UBO-informatie van deze entiteiten wordt een separaat wetsvoorstel gedaan.
Wie is de UBO?
Voor de vraag wie kwalificeert als UBO, wordt aangeknoopt bij het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018, dat medio 2018 al in werking is getreden. In dit uitvoeringsbesluit wordt per soort entiteit aangegeven wie in ieder geval als UBO wordt aangemerkt. De UBO is altijd een natuurlijk persoon. Kort samengevat geldt het volgende:
Indien niemand als UBO kan worden aangewezen, geldt als UBO de natuurlijke persoon of personen die behoort of behoren tot het hoger leidinggevend personeel van de entiteit.
Welke informatie wordt geregistreerd en wie heeft toegang tot die gegevens?
Op grond van de Europese regelgeving moeten ten minste de volgende basisgegevens van de UBO worden geregistreerd:
o naam;
o geboortemaand en –jaar;
o woonstaat;
o nationaliteit; en
o de aard en omvang van het door de uiteindelijk belanghebbende gehouden economische belang.
Deze gegevens zijn openbaar en voor iedereen toegankelijk.
Voor wat betreft de omvang van het door de UBO gehouden belang zal gewerkt worden met bandbreedtes van meer dan 25% tot 50%, van 50% tot 75% en van 75% tot en met 100%. Er zullen geen geldbedragen in het register worden opgenomen.
De Nederlandse wetgever wil naast de hiervoor genoemde basisgegevens ook de volgende gegevens van de UBO opnemen in het register:
o geboortedag, -plaats en -land;
o adres;
o indien dat is toegekend het burgerservicenummmer (BSN), en – indien dat is toegekend door de woonstaat van de UBO – een buitenlands fiscaal identificatienummer (TIN);
o afschrift van documentatie op grond waarvan de identiteit van de UBO is geverifieerd;
o afschrift van documentatie waarmee wordt onderbouwd waarom een persoon de status van UBO heeft en waarmee de aard en omvang van het door de UBO gehouden economisch belang wordt aangetoond.
Deze informatie is niet openbaar en is alleen toegankelijk voor de bevoegde autoriteiten.
Afschermen gegevens
In uitzonderlijke omstandigheden kan een uitzondering op de openbare toegang tot alle of tot een gedeelte van de basisinformatie van de UBO worden verzocht. Dit kan indien de UBO door het openbaar beschikbaar maken van zijn gegevens blootgesteld wordt aan een onevenredig risico, een risico op fraude, ontvoering, chantage, afpersing, pesterijen, geweld of intimidatie of indien de UBO minderjarig is of anderszins handelingsonbekwaam. Het verzoek moet worden ingediend bij de Kamer van Koophandel die het verzoek per individueel geval zal beoordelen. De informatie is gedurende de behandeling van het verzoek niet openbaar.
Indien de openbare basis gegevens worden afgeschermd heeft dit geen werking ten opzichte van de bevoegde autoriteiten, kredietinstellingen, financiële instellingen en notarissen. Zij blijven toegang houden tot de informatie.
Wie moet registreren? Meewerkplicht.
Degene aan wie de vennootschap of andere juridische entiteit toebehoort of ieder van de bestuurders of – als die er niet zijn – degene die met de dagelijkse leiding is belast, is verplicht tot het doen van de inschrijving van de UBO-informatie.
De entiteit die moet worden ingeschreven in het UBO-register dient om de inschrijving te kunnen doen zelf te beschikken over de gegevens van haar UBO's. De UBO's zijn verplicht om alle informatie aan de entiteit ter beschikking te stellen.
Wanneer moet de opgave worden gedaan?
De opgave moet worden gedaan op het moment van eerste inschrijving van de vennootschap of andere juridische entiteit in het handelsregister of – als de vennootschap of andere juridische entiteit al is ingeschreven in het handelsregister – door middel van een aanvullende opgave.
Na inwerkingtreding van de wet op 10 januari 2020, zullen reeds ingeschreven entiteiten 18 maanden de tijd krijgen om opgave van hun UBO-informatie te doen.
Terugmeldplicht
Dienstverleners die onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) vallen zullen het UBO-register controleren in verband met hun plicht om hun cliënten en de UBO van hun cliënten te identificeren. Deze dienstverleners zullen ook zelfstandig informatie opvragen, omdat zij niet zondermeer mogen uitgaan van de juistheid van het UBO-register. Indien deze dienstverleners opmerken dat het UBO-register niet overeenkomt met de door hen verzamelde informatie, zijn zij verplicht om dat bij het handelsregister te melden. Ook de bevoegde autoriteiten zijn verplicht om door hen geconstateerde discrepanties te melden.
Bewaartermijn
De UBO-informatie zal gedurende een termijn van tien jaar na uitschrijving van de in Nederland opgerichte vennootschap of andere juridische entiteit uit het UBO-gedeelte van het handelsregister bewaard blijven.
Sancties
Het niet voldoen aan de verplichting om de UBO-informatie in te schrijven, het niet meewerken door de UBO aan het aanleveren van de voor de inschrijving benodigde informatie, levert - net als het niet naleven van de terugmeldplicht - een strafbaar feit op. Het Bureau Economische Handhaving (BEH), onderdeel van de Belastingdienst, wordt met de handhaving belast.
Diversen
Tenslotte maakt de Minister van het wetsvoorstel gebruik om een nieuwe regel voor stichtingen te introduceren. Een stichting wordt verplicht om alle begunstigden, die een uitkering krijgen van 25% of minder van de in totaal door de stichting in een bepaald boekjaar uitgekeerde bedragen, in een register in de eigen administratie op te nemen. Het gaat hier om een intern en niet-openbaar register.
Caribisch Nederland
De Europese anti-witwasregelgeving heeft alleen betrekking op Europees Nederland en wordt niet opgenomen in de regelgeving voor Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).
Trusts en soortgelijke juridische constructies
Op grond van de Europese regelgeving dient Nederland ook een centraal register met informatie over uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies in te stellen. Hoewel dit register een gelijksoortige strekking heeft, heeft de Minister besloten om de invoering van dit register regelen door middel van een separaat wetsvoorstel. Het register voor trusts en soortgelijke juridische constructies moet op 10 maart 2020 zijn gerealiseerd.